“Misschien is dat wel de belangrijkste les van de leerschool die familie is: mild zijn tegenover je ouders maakt je ook milder naar jezelf.” Deze prachtige zin las ik het artikel ‘Je familie is je grootste leerschool’ in Happinez. Anne Wesseling schrijft over haar eigen ervaringen als enig kind en hoe ze haar familie als een leerschool ervaart.
Ik denk dat het mooi is als je het stadium bereikt waarop je familie zo kunt zien: een leerschool. Niet altijd leuk of eenvoudig, maar het levert wel iets op. Als het goed is. “Het is fijn dat familie niet verdwijnt. Je krijgt de kans om je steeds opnieuw te verhouden.” Natuurlijk zit ook daar een limiet aan. Als je jarenlang geen contact hebt gehad met een familielid, kan dat contact herstellen onmogelijk gemaakt zijn door de dood. Maar ik geloof ook dat dat de enige echt definitieve reden is. Andere mensen kun je uit het oog verliezen en misschien is herstel van contact mogelijk. Maar dat is nooit vanzelfsprekend. Je kunt ‘a point of no return’ bereiken. Ik vraag me af of dat bij familie ook zo is. Het lijkt wel of de deur daar altijd op een kier blijft staan.
Mildheid maakt het leven aangenamer
Als puber verbrak ik het contact met mijn oma. Toch besloot ik haar na een paar jaar ineens weer op te zoeken. Onaangekondigd. Ik stond stiekem naar haar te kijken terwijl ze onkruid aan het wieden was in haar prachtige tuin. En na enige aarzeling liep ik daadwerkelijk naar haar toe. Wat keek ze blij toen ze me herkende! Die band is de jaren daarna nooit eenvoudig of vanzelfsprekend geworden. Maar ik ben blij dat ik me over mijn grieven heen heb kunnen zetten en dat ik de kans kreeg om afscheid van haar te nemen toen ze jaren later op haar sterfbed lag. En nu, weer zoveel jaar later, kan ik zien hoe sterk ze was, hoe bijzonder. Dat is niet omdat ik ben vergeten wat ik zo moeilijk en vervelend aan haar vond, maar omdat ik de wereld deze dagen vaker bezie door een bril met een vleugje mildheid. Ze deed haar best en ik geloof dat ze een goed hart had. Ik voel dat als je die mildheid hebt voor mensen om je heen, het ook eenvoudiger wordt iets milder voor jezelf te zijn. Dat maakt het leven een stuk aangenamer. Maar persoonlijk geloof ik niet dat het speciaal over mildheid tegenover je ouders gaat, zoals Wesseling schrijft. Althans niet in algemene zin. Vermoedelijk bedoelt Wesseling ook vooral dat het je mild maakt over je eigen rol als ouder: “Je doet je best om wat moois door te geven. En soms lukt dat niet. Maar ze doen het ermee. Zoals jij het ermee deed.” Ik kan me dat voorstellen, maar ik kan het niet navoelen, want ik heb die rol als ouder heel bewust aan me voorbij laten gaan. Maar daarover later ongetwijfeld nog meer.
Geef een reactie