
Op 3 oktober van dit jaar stelde onze Filosofie scheurkalender mij voor een interessant dilemma. Stephan Wetzels deelt met zijn lezers een artikel over een broer en zus, beiden volwassen, die tijdens een gezamenlijke vakantie besluiten seks met elkaar te hebben. Ze gebruiken voorbehoedsmiddelen en ze zijn ook niet van plan het vaker te doen, hoewel ze het een prettige ervaring vonden. Veel mensen vinden dit niet kunnen. Hoe kijk ik daar tegenaan?
Cultuur of intuïtie
Volgens Wetzels is die afkeuring gebaseerd op morele intuïtie. Rationeel gezien is er immers niet echt bezwaar te bedenken. Hij geeft dit voorbeeld als uitleg van het volgende citaat van Jonathan Haidt: “Morele oordelen zijn over het algemeen het resultaat van snelle, automatische evaluaties, ook wel intuïtie genaamd.” En ik vind dat een interessante gedachte. Ik vraag mij alleen af of er niet eerder sprake is van een soort cultureel bewustzijn.
In de oudheid kwam het regelmatig voor en – voorzover ik heb kunnen achterhalen – werd dat ook geen probleem gevonden. Onder invloed van het christendom is hier pas een taboe op gekomen. Misschien was inmiddels bekend dat het niet zo’n goed idee was om kinderen te krijgen als je broer en zus bent en werd daarom de hele relatie maar verboden: seks buiten het huwelijk om was immers sowieso taboe en seks was bovendien primair bedoeld om kinderen op de wereld te zetten. Daar is gelukkig verandering in gekomen. Toch moet ik bekennen dat ik vermoedelijk wel een wenkbrauw op zou trekken als iemand me zou vertellen met zijn broer of zus naar bed te zijn geweest. Maar ik geloof dan ook dat onze culturele achtergrond een enorme impact heeft op onze gedachten en oordelen. Wel goed daar scherp op te blijven en open te blijven staan voor andere normen en waarden. Als ik geen écht goede reden kan bedenken voor die opgetrokken wenkbrauw, moet ik hem misschien maar gauw weer laten zakken. Ook als ik mezelf er absoluut niets bij voor kan stellen!
Geef een reactie